Wat gebeurt er in je lichaam bij obstipatie?
Bij obstipatie is er vaak een probleem bij de dikke darm en/of endeldarm. De ontlasting blijft te lang in de dikke darm zitten waardoor deze indikt en moeilijker door de darm te verplaatsen is. Hierdoor ontstaan buikkrampen, buikpijn, verminderde eetlust, minder makkelijk bewegen en moeilijker slapen. Als er een grote “prop ” ontlasting in de dikke darm zit kan er dunne ontlasting langs komen die het kind niet voelt en verliest waardoor het in de broek poept. Dit kunnen vegen zijn of soms komt er ineens heel veel ontlasting wat het kind niet kan ophouden.
Doordat de ontlasting hard is kan het pijnlijk zijn om te poepen waardoor het kindje gaat ophouden. Ook kan een kind psychische klachten krijgen, zoals angst om te poepen, onzeker omdat het dicht bij de WC wil zijn, moeilijk concentreren op school door buikpijn of kan gepest worden omdat het in de broek poept. Obstipatie kan ook een reden zijn voor urineweginfecties of incontinentieproblemen door de druk op de blaas.
Verschillende oorzaken
Obstipatie kan veel oorzaken hebben: te weinig vezels in de voeding, te weinig drinken, het negeren van aandrang, te weinig tijd nemen om te poepen, veranderingen in het voedingspatroon, te weinig bewegen, stress/spanningen thuis of op school, te hoge verwachtingen van andere of de lat voor zichzelf te hoog leggen.
Maar er kunnen ook andere problemen achter zitten als de ziekte van Hirschsprung, voedselintolerantie of allergie.
Wat osteopathie voor je kind kan betekenen bij obstipatie
De dikke darm heeft een goede mobiliteit, doorbloeding en bezenuwing nodig om goed te kunnen functioneren. De bezenuwing komt gedeeltelijk uit de schedel en hoge nek, gedeeltelijk vanuit de wervelkolom en een stukje vanuit het heiligbeen. De doorbloeding wordt geregeld door 2 grote bloedvaten die onder het middenrif uit de aorta naar de dikke darm lopen en de mobiliteit komt door het samentrekken van de darm zelf, het bewegen in het algemeen en door goed te ademen.
Als osteopaat hebben we invloed op al deze structuren. In het onderzoek zullen we eerst gaan voelen naar de darm zelf, is deze gespannen of juist erg slap, is deze vol of zit er een prop in? We onderzoeken de mobiliteit van de wervelkolom, de nek, de schedel en het heiligbeen. Blokkades hier hebben invloed op de bezenuwing van de darm. Ook onderzoeken we de darm op zijn mobiliteit, waarmee we tevens de mobiliteit van de vliezen van de darm testen omdat hier de bloedvaten lopen.
Na het onderzoek starten we de behandeling daar waar het meeste resultaat te verwachten is met de minste last voor het kindje. Als de darm zelf erg pijnlijk is, is het verstandiger om via behandeling van de rug en de nek eerst ontspanning te krijgen waardoor de darm minder pijnlijk wordt en wel direct te behandelen is. Ook moet er aandacht zijn voor de voeding, het drinken en bewegen en voor mogelijk psychische aspecten die een rol kunnen spelen.